‘Juf, ik snap deze noten allemaal niet... Ik kan er helemaal niks van. Het is echt veel te moeilijk voor mij!’
Een orkest organiseert een meespeeldag voor jonge muzikanten. Ik motiveer een aantal van mijn leerlingen om daaraan mee te doen, waaronder mijn leerling Maartje. Ik gun ze allemaal van harte om te ervaren hoe het is om onderdeel te zijn van zo’n machtige machine. Hiervoor moet natuurlijk wel iets gebeuren. Het lesboek gaat even aan de kant. Er worden de komende weken alleen nog orkestpartijen geoefend.
Hier zit Maartje zichzelf meteen enorm in de weg. Ze ziet allerlei beren op de weg. Ze kan zich maar moeilijk voorstellen dat zij straks kan meespelen in zo’n orkest en vind de partijen ‘raar’ omdat ze de melodie niet hoort. Eigenlijk mist ze het overzicht over de muziek en over de situatie van die meespeeldag. Ze zet al haar overtuigingen in om eronderuit te komen en ze doet alles om zich niet over te geven aan de muziek. Ze denkt:
ik kan het niet
ik wil het niet
ik wil alleen maar snelle liedjes en deze is niet snel
ik snap de noten helemaal niet (bijv wanneer je een begeleidingspartij zonder melodie hebt)
Het lijkt erop dat Maartje zich nogal ongemakkelijk voelt, alles aan haar laat zien dat ze er ‘geen zin’ in heeft. Inmiddels weet ik dat haar gedrag hetzelfde betekent als het niet aangaan van een uitdaging. Ik weet dat ze dit kan, ik weet ook dat ze een hele club dansende beren op haar weg ziet. Wat ik ook weet is dat ze er uiteindelijk enorm van gaat genieten. Natuurlijk kan ik van alles uitleggen, maar dat helpt op dit moment niet. Daarom besluit ik haar een opdracht te geven.
Op de les waar ik Maartje aankondig dat ze deze liedjes gaat spelen en oefenen vertel ik haar hoe waanzinnig tof de ervaring zal zijn wanneer ze mee mag spelen in een echt orkest. Onmiddellijk is ze dwars en tegendraads. Ze trapt op de rem, haar aandacht is volledig afwezig. Ze draait met haar ogen en op haar stoel. Als ze al iets speelt is het geraden en slordig. Ze let niet op aanwijzingen en neemt geen enkele strategie aan. Ze is niet ontvankelijk. Bijna tot frustratie en twijfel van mij als juf… Even vraag ik me af of ik goed doe aan het geven van deze opdracht. Ik voel me vreselijk streng opeens. Ik denk dat ik Maartje doorzie, maar is dat eigenlijk wel echt zo?
Ik besluit haar ouders op te bellen om te overleggen wat wijsheid is. We besluiten dat het goed is om door te zetten. Dit kunnen we van haar verwachten. Haar autonomie ligt nu niet hier, wat ze heel vervelend vindt. Wel laten we haar de keuze op het moment van de orkestdag. Ziet ze het dan nog steeds niet zitten, dan mag ze kiezen om mee te spelen / te gaan luisteren. Dit communiceren we alle drie naar haar. Hierdoor is de verwachting helder. Er ligt een kader waar ze niet onderuit kan. Pruttelend wordt er thuis geoefend...
De les erna hou ik mijn hart vast. Hoe komt Maartje op les? Zou zij nog steeds zo vasthouden aan haar ‘nee’? Nog steeds zo mopperen en ongemotiveerd zijn? Als ze binnenkomt merk ik nog steeds wat weerstand. ‘Deze noten snap ik helemaal niet!’ ‘Dit liedje is echt te saai!’ Maar ze heeft wel in de gaten wat er van haar wordt verwacht. Tot mijn verbazing geeft ze zich eraan over. Ik had verwacht dat ze nog vasthoudender zou zijn in haar weerstand.
Samen spelen we het langzame ‘saaie’ liedje om de vingerzettingen uit te proberen. Ondertussen zing ik de melodie en geef ik extra aanwijzingen (hier een beetje harder worden, hier forte, let op 2 tellen opeens). Rusten vul ik spelend op met dat wat er zal klinken in het orkest. Zo geef ik een inkijkje in het overzicht, in het geheel.
Het langzame liedje zet ons in een ‘vertraging’, met een focus op klank. En in deze ontspannen alerte sfeer gebeurt er iets…
Het lijkt wel of Maartje voelt dat zij ook met haar stok kan toveren (in plaats van alleen met haar linkerhand). Misschien gaat het onbewust? Maar ze speelt in elk geval met een enorme focus op wat er binnen én buiten haar eigen noten gebeurt. Als het stuk uit is kijkt Maartje me met grote ogen aan. Is zij nou verstild geraakt? Voelt ze opeens toch hoe mooi lange noten kunnen zijn? Of denk ik dat alleen? Hoe dan ook, het voelt als een rijk moment waarin we even niets zeggen. Ik vraag met opzet niks. Er is even alleen maar ‘ervaring’ van flow.
Tot slot spelen we nog een favoriet ‘toetje-liedje’. En als de les is afgelopen, wil Maartje niet naar huis!
Hoogbegaafden zijn niet vanzelf gemotiveerd, maar met de juiste begeleiding kun jij ze helpen.
Bij hoogbegaafden gaat muziek maken vaak niet vanzelf. Ze voelen weerstand en soms zelfs angst en paniek als ze nieuwe dingen moeten leren. En ook herhaling vinden ze niet zo leuk.
Wanneer je een goede muziekdocent treft, met kennis over hoogbegaafdheid, kan elk hoogbegaafd kind zijn weerstand leren overwinnen.
Door de juiste begeleiding tijdens de muziekles leert een hoogbegaafd kind:
En dan is muziek maken echt een GOUDEN middel!
Weet je dat je bij Wijsjedeweg docenten kunt vinden met kennis over hoogbegaafdheid?
Snelle, begaafde denkers zijn niet altijd even gemakkelijk in ‘flow’ te brengen. Opgebouwde overtuigingen staan regelmatig het ‘doen’ in de weg. Je bewust zijn wat je PRECIES zegt tegen je leerling kan een wereld van verschil maken.
Stel: je leerling speelt een muziekstuk en je vindt dat er wel wat meer dynamiek in mag klinken. Je geeft aanwijzingen wat de leerling kan doen om dit te verbeteren. De tweede keer speelt je leerling het inderdaad met veel meer dynamische expressie.
Maar… je leerling speelt wel erg vals. Wat zeg jij dan?
Ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter MAAR het was erg vals…
Ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter EN het was vals!
Het was vals, MAAR ik hoorde nu duidelijk dynamische verschillen, dat klonk al veel beter!
Lees hier verder
Het gebruik van verbeeldingskracht is in de muziek erg belangrijk. De componist heeft melodieën, klankkleuren, ritmische structuren en harmonieën al in zijn hoofd tijdens het proces van creëren. Niet altijd gaaf, of ‘af’, maar er klinkt al muziek voor het oor letterlijk heeft gehoord.
Ook de speler maakt een voorstelling van de klanken van zijn instrument. Een proces van ervaring: luisteren, proberen en steeds het resultaat toetsend aan het innerlijke beeld. Een voortdurend spel van binnen naar buiten en andersom. Muziek is een geweldig middel om het innerlijk van de muzikant in al zijn intensiteit naar buiten te kunnen brengen. Elke keer weer opnieuw als een proces van eb en vloed. Het eindresultaat is vluchtig. Na vertolking is het vervlogen, en begint het hele proces opnieuw.
Voor (beginnende) hoogbegaafde muzikanten een ontdekking en soms ook een teleurstelling. Want het hoogbegaafde kind heeft vaak van nature een grote verbeeldingskracht. Maar het heeft daarmee meteen ook hoge verwachtingen, vooral van zichzelf en dat kan overweldigend zijn. Maar met zorgvuldige begeleiding en een open mind zal muziek je nooit teleurstellen. Het muzikale proces is GOUD waard!
Herkenbaar?
Maak kennis met de wereld van de snelle denkers!
Wijsjedeweg neemt je mee in de wereld van de hoogbegaafde en hoogsensitieve muziekleerlingen.
VROEGBOEKKORTING t/m 30 juni 2023
Schrijf je gauw in en ontvang 100 euro vroegboekkorting!